Sint-Pieters-Voeren

De Voerstreek België

Naar de dorpenpagina Klik hier

Sint-Pieters-Voeren

Sint-Pieters-Voeren is een deelgemeente van Voeren, een faciliteitengemeente die deel uitmaakt van het arrondissement Tongeren in Belgisch-Limburg , het was een zelfstandige gemeente tot aan de gemeentelijke herindeling van 1977.

Contact
Kasteel van Sint Pieters Voeren van dichtbij gezien
Kasteel van Sint Pieters Voeren van dichtbij gezien

Sint-Pieters-Voeren

Het kleinste Voerdorp, met minder dan 300 inwoners, is vooral bekend om zijn Commanderie. Dit kasteel behoorde tot de Franse Revolutie toe aan de Duitse Ridderorde. Het huidige gebouw werd in het begin van de 17de eeuw opgetrokken in ‘Maaslandse Renaissance’, een stijl die we ook in Luik en Maastricht veelvuldig aantreffen In het park van het kasteel ligt de bron, die de vijvers en de Voer van water voorziet met een debiet van ca. 3 000 liter per minuut. In de vijvers wordt er o.a. forel (een typisch streekproduct), en steur gekweekt Het dorpskerkje werd omstreeks 1660 gebouwd in opdracht van Commandeur Willem Quaedt van Beeck, wiens grafsteen zich bij de toegangspoort van het kerkhof bevindt.

Even buiten het dorp (in de richting van Sint-Martens-Voeren) ligt de als waardevol monument beschermde Sint-Annakapel uit 1730. Van bij het kasteeltje van Magis, op de grens met Aubel, heb je een prachtig panorama van de Voerstreek en aan de overzijde van de weg, het dal van de Berwijn en de Bel.

Een stukje geschiedenis

Het kleinste Voerdorp, met minder dan 300 inwoners, is vooral bekend om zijn Commanderie. Dit kasteel behoorde tot de Franse Revolutie toe aan de Duitse Ridderorde. Het huidige gebouw werd in het begin van de 17de eeuw opgetrokken in ‘Maaslandse Renaissance’, een stijl die we ook in Luik en Maastricht veelvuldig aantreffen.

In het park van het kasteel ligt de bron, die de vijvers en de Voer van water voorziet met een debiet van ca. 3 000 liter per minuut. In de vijvers wordt er o.a. forel (een typisch streekproduct), en steur gekweekt Het dorpskerkje werd omstreeks 1660 gebouwd in opdracht van Commandeur Willem Quaedt van Beeck, wiens grafsteen zich bij de toegangspoort van het kerkhof bevindt. Bij de annexatie van de Zuidelijke Nederlanden door de Franse Republiek werd Sint-Pieters-Voeren in 1795 opgenomen in het toen gevormde departement Ourthe. De Duitse Orde werd in 1798 opgeheven. Na de Franse tijd werd dit de Nederlandse, na 1830 de Belgische provincie Luik.

De streek werd reeds in het neolithicum bewoond. Er werden overblijfselen gevonden van werkplaatsen waar in de open lucht silex (vuursteen) bewerkt is. In de middeleeuwen was het een allodium, dat in 1242 door de toenmalige heer, Daniel van Voeren, aan de Duitse Orde werd geschonken, terwijl hij zelf bij de Orde intrad.

Bij de onafhankelijkheid van België inventariseerde geograaf Philippe Vandermaelen in dit dorp een verspreide bewoning met 4 herenhoeven, 27 landelijke woningen, 19 hutten, een kapel, een gemeentehuis, een watermolen en een kasteel. Er waren 421 inwoners, waaronder een veearts (“artiste vétérinaire”). De inventaris omvat verder details over de natuurlijke omgeving, bodems, landbouwproductie en veestapel. Ook het wegennetwerk van toen is beschreven. [1] In 1962, na de vastlegging van de officiële taalgrens, ging Sint-Pieters-Voeren over naar de provincie Limburg. Het dorp kende veel bossen, en ook landbouw, welke na omstreeks 1900 geleidelijk plaats maakte voor veeteelt.